Als de EU afgevaardigde van de G (irls) 20-top, pleit ik voor gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Inclusieve kansen voor migrantenvrouwen, gelijk aan die van hun autochtone collega’s. Dit is mijn verhaal.
We bevinden ons in tijden van diversiteit, menig spreken zelfs van super-diversiteit. Gooi daar nog eens de huidige ‘migratiecrisis’, feitelijke vluchtelingencrisis, bovenop en te midden van die desorganisatie wordt de angst voor het onbekende geboren. Het onbekende: zij met een migratieachtergrond, inmiddels onafscheidelijk verbonden aan ons Europa. Deze veranderende tijden vragen om een veranderde aanpak van de kwestie arbeidsintegratie. In dit geval de gelijke arbeidsdeelname van gekleurde vrouwen op de arbeidsmarkt. We doelen daarbij op vrouwen met een migratieachtergrond: een groep die zich al op jonge leeftijd in een sterk benadeelde positie blijft bevinden. Werkzaam Europa, wat is er aan de hand?
De resultaten van het beleid rondom arbeidsintegratie schieten tekort. In Nederland, werd minder dan 50% van de allochtone vrouwen vertegenwoordigd in de participatiegraad dit jaar (CBS, 2015). Van dit aantal is 22,8% werkloos. Verrassend genoeg komen de statistieken uit een jong en dynamisch deel van de bevolking: vrouwen tussen de leeftijd van 25 en 35 jaar. Voorts komt België in het meest recente onderzoek naar voren als het land met het kleinste aandeel migrantenvrouwen in de beroepsbevolking: 44% van alle vrouwen tussen de 15 en de 64 jaar. Op Europees niveau zijn Nederland, België en Denemarken de landen met de grootste kloof van arbeidsparticipatie tussen migrantenvrouwen en autochtone vrouwen.
Er heerst sinds jaar en dag een sterk verschil in realiteiten waarin de verschillende groepen opgroeien en carrière maken. Gekleurde vrouwen ondervinden niet alleen ongelijke kansen als lid van een etnische minderheidsgroep, maar ook als vrouw. Vooroordelen over gender en etniciteit zijn met elkaar verstrengeld. Meisjes met een migratieachtergrond ondergaan deze ongelijke kansen ook gedurende hun opleiding. Eenmaal afgestudeerd en bij intrede op de arbeidsmarkt, worden ze geconfronteerd met minder carrièremogelijkheden en een zekere weerstand in de verdere ontwikkeling van hun carrière. Binnen de samenleving heerst dus een onderschatting van de sociaaleconomische uitdagingen die de gekleurde vrouw moet overstijgen. Dit alles vormt een knelpunt voor de integratie op de arbeidsmarkt. Met het algemene beleid waarmee wordt ingezet op het gebrek aan arbeidsparticipatie, ziet men een van de grootste oorzaken over het hoofd: het gebrek aan gelijke kansen.
Ongelijke kansen zijn in grote mate verbonden aan de sociaal economische klasse waartoe de etnische minderheden behoren. Het valt dus niet mee een dergelijk falen van de zogenaamde meritocratie te bestrijden. Het bestaan van rolmodellen waarmee de meisjes zich in een vroeg stadium kunnen identificeren, is daarom van immens belang. Als onderdeel van deze veelbelovende generatie jonge vrouwen, ben ik mij sterk bewust van de toenemende vraag naar diversiteit. Hoe kunnen wij invulling geven aan onze identiteit op de huidige arbeidsmarkt? Als antwoord op deze vraag lanceer ik als Europese afgevaardigde voor de G(irls)20 Summit 2015 een nieuw initiatief; een project waarbinnen we ons richten tot diversiteit op de arbeidsmarkt en gelijke kansen voor arbeidsdeelname van allochtone vrouwen en meisjes. De gelijke kansen creëren en stimuleren we via een doeltreffend mentorprogramma. Een programma waarbinnen jong potentieel gekoppeld wordt aan rolmodellen op nationaal en Europees niveau, ervaren in het vak. Mentoren die zelf ook de realiteit van het allochtoon-zijn kennen. De meisjes zullen voor het eerst in aanraking komen met het project via een dialoogtafel, Girls table of 20. We willen de jonge meisjes in een vroeg stadium betrekken bij de dialoog over hun plaats op de arbeidsmarkt. Zo worden de meisjes niet alleen geïnspireerd om te streven voorbij de grenzen opgelegd aan gender, maar ook voorbij de grenzen opgelegd aan etniciteit.
De resultaten van de huidige beleidsinstrumenten om arbeidsparticipatie onder allochtone vrouwen te bevorderen, zijn ontoereikend gebleken. Gelijkheid voor allochtone vrouwen blijkt niet automatisch gewaarborgd te zijn binnen het streven naar gelijkheid door de autochtone vrouw. Enerzijds zijn hervormingen binnen het beleid nodig, die zich specifiek richten tot gekleurde vrouwen. Anderzijds is ook de activering van de rol van jonge meisjes binnen deze discussie essentieel. Concreet verwezenlijken we dit via mentorprogramma’s die de jonge meisjes en vrouwen begeleiden tijdens de schoolloopbaan, bij hun intrede op de arbeidsmarkt en bij de verdere ontwikkeling van hun carrière.
Bovenal vragen deze veranderende tijden van ons als gemeenschap, beleidsmakers en initiatiefnemers om een inclusieve aanpak in het streven naar die gelijke rechten. Alleen zo bereiken we een arbeidsdeelname van gekleurde vrouwen, evenredig aan hun aandeel in de beroepsbevolking. Want, gelijkheid is enkel echt gelijk als ze inclusief is.
G(irls)20 werd gelanceerd in 2009 op het Clinton Global Initiative met de bedoeling om meisjes en vrouwen centraal te plaatsen in het economische besluitvormingsproces. Het doet dit door te pleiten voor het idee dat het verhogen van de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt meer groei zal creëren, gemeenschappen en landen zal stabiliseren en zal leiden tot sociale innovatie.
Het G(irls)20 initiatief wil een nieuwe generatie vrouwelijke leiders cultiveren via ondernemerschap, onderwijs en globale ervaringen. Ontworpen volgens de G20-stijl brengt deze globaal actieve organisatie één vertegenwoordiger van elk G20 land samen met vertegenwoordigers van de Europese en Afrikaanse Unies, Afghanistan, Pakistan en de MENA regio. De organisatie ondersteunt het ontwikkelen van vaardigheden (ondernemerschap, business planning, communicatie, leiderschap, etc.), organiseert een globale top, globale mentorprogramma’s en ondersteunt initiatieven die geleid worden door vertegenwoordigers. G(irls)20 is ook de drijvende kracht achter het initiatief Fathers Empowering Daughters.
Tot op vandaag hebben er reeds vijf topbijeenkomsten plaatsgevonden: in Toronto (2010), Parijs (2011), Mexico City (2012), Moskou (2013) en Sydney (2014). De uitkomst van elke top is een communiqué dat wordt voorgesteld aan de leiders van de G20-land, de Ministers van Industrie, Gezondheid, Innovatie, Economische ontwikkeling en Buitenlandse Zaken en ambassadeurs. Elke top zorgt ook voor de ontwikkeling van maatschappelijke initiatieven die geleid worden door de vertegenwoordigers.
De zesde G(irls)20 top in Istanboel heeft als unieke focus te reageren op het engagement dat de G20-leiders vorig jaar maakten: breng 100 miljoen vrouwen naar de arbeidsmarkt tegen 2025.