Voor velen een dag om naar uit te kijken: de overgang van de Millennium Development Goals, MDG’s, naar nieuwe doelen die ditmaal vooral ook het probleem van duurzaamheid zouden betreffen. Op 25 september, na jaren van onderhandelingen, werden ze dan werkelijkheid: het document “Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development”, unaniem aanvaard door de Algemene Vergadering, zal op 1 januari 2016 in werking treden.
Het telt 17 ‘Sustainable Development Goals’. Daarbij gaat het over:
Naast een korte omschrijving van de verschillende aspecten van het probleem wordt voor elk van deze sectoren een aantal (gaande van 4 tot 16, alles bij elkaar een 169-tal!) meer specifieke doeleinden genoemd die voor 2030 zouden moeten worden gerealiseerd. Volgens sommigen is deze agenda dan ook te breed, te weinig specifiek, te vaag, te verward. Het is “voor elk wat wils” geworden en bovendien moeilijk uitvoerbaar ook. Maar Ban Ki-moon noemde de aanvaarding door de Algemene Vergadering “een definiërend moment in de geschiedenis van de mensheid”, “een belofte van wereldleiders”, “een agenda voor mens en planeet”.
Natuurlijk: de echte test ligt in de verwezenlijking van deze uitgebreide reeks van zo uiteenlopende doeleinden. Al was er een staande ovatie van de verzamelde wereldleiders, er weerklonken ook twijfels en waarschuwingen. Zo zei de Secretaris-generaal van Amnesty International, als vertegenwoordiger van de civil society, te kunnen begrijpen dat sceptici hun aarzelingen hebben bij deze zoveelste verklaring van weer een topbijeenkomst. Voor de verwezenlijking ervan moet volgens hem dan ook aan vier voorwaarden worden voldaan:
Verschillende ontwikkelingslanden landen klaagden ook over een gebrek aan middelen om dit alles voor elkaar te krijgen. De tijd zal uitwijzen of hier een nieuwe weg is ingeslagen naar de verwezenlijking van de doelstellingen van het Handvest.
Op 23 oktober werd in Brussel, in aanwezigheid van de Koning en de Koningin en van tal van buitenlandse ambassadeurs, de Belgische campagne gelanceerd voor een zetel als niet-permanent lid van de Veiligheidsraad voor de periode 2019-2021. De minister van Buitenlandse Zaken onthulde het logo en de slogan van de campagne: ‘Consensus smeden, bouwen aan vrede’. Daarmee wordt de lange Belgische traditie van bruggenbouwer gesymboliseerd, waarbij onze diplomatie altijd zoekt naar consensus en partijen samenbrengt voor een vreedzame oplossing van een conflict. Deze multilaterale traditie zit nu eenmaal in het Belgische ‘diplomatieke DNA’.
“Wij zullen alle contacten aanspreken om onze campagne te steunen. Niet alleen overheden, maar ook academici, zakenmensen en organisaties uit het middenveld. Al wie overtuigd is van de doelstellingen en principes van het Handvest van de Verenigde Naties kan bijdragen tot het succes van onze Belgische kandidatuur.” Verschillende Belgische goodwill ambassadors voor de VN, zoals Ozark Henry, Goedele Liekens, Helmut Lotti, Tom Waes en Axelle Red woonden de lancering bij. Ook het diplomatieke korps in Brussel en vertegenwoordigers van VN-organisaties waren aanwezig. De lancering volgde op een conferentie over de rol van België tijdens 70 jaar Verenigde Naties. Daaraan namen vooraanstaande Belgen deel zoals Serge Brammertz, Jacques Rogge, Olivier De Schutter, Marleen Temmerman en Jean-Pascal van Ypersele. Het zou voor België de zesde maal zijn dat het lid wordt van de Raad. Hiermee start een campagne die drie jaar zal duren tot de verkiezing in juni 2018.
Voor deze verkiezing zijn er twee vacante plaatsen voor leden van de West-Europese en andere Groep (WEG). In 2018 zal ons land het moeten opnemen tegen Duitsland en Israël. Israël werd in 2000 toegelaten tot de WEG (voordien behoorde het tot geen enkele Regionale Groep), maar onder strikte voorwaarden zoals: alleen deelname aan vergaderingen in New York, niet in Europa of Afrika, en geen kandidatuur voor de Veiligheidsraad tot 2019. Sommigen twijfelen eraan dat Israël de benodigde twee derde van de stemmen in de Algemene Vergadering zal kunnen behalen, maar insiders waarschuwen ervoor dat het land toch veel sympathie geniet. En de stemming is geheim.
Bij de verkiezingen van volgend jaar, voor de periode 2017-2019, is Nederland kandidaat, met Italië en Zweden als tegenstanders. De campagne bereikt haar hoogtepunt, na jaren van intense activiteit. Bij het Algemeen Debat in september in New York, vertegenwoordigde Koning Willem Alexander zijn land. Dat maakte dat hij, als staatshoofd, voorrang had op regeringsleiders en het woord kreeg op de eerste dag, samen met President Obama en President Poetin. Een illustratie wat landen in het werk stellen voor een zetel in de Raad. Voor wie twijfelt of het allemaal de moeite waard is: de kandidaturen voor de twee West-Europese zetels zijn al bekend tot en met 2029.
Op 25 oktober werden verkiezingen gehouden voor de vijf niet-permanente zetels in de periode 2016-2018. die worden volgens een verdeelsleutel toegekend: twee voor de Afrikaanse Groep (kandidaten: Egypte en Senegal), een voor Azië en de Pacific (oorspronkelijk twee kandidaten, Japan en Bangladesh, maar dit laatste land trok zich terug in september 2014 ten voordele van Japan), een voor de groep van Oost Europese landen ‘(kandidaat: Ukraine) en een voor de groep van de landen van Latijns Amerika en de Caraiben (kandidaat: Uruguay).
Omdat er dus voor alle vacatures maar één kandidaat was, een clean slate, waren er weinig problemen.
De Veiligheidsraad is vanaf 1 januari dus als volgt samengesteld:
Angola, China, Egypte, Frankrijk, Japan, Maleisië, Nieuw Zeeland, Senegal, Spanje, Rusland, Uruguay, Ukraine, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Venezuela.
Op 28 Oktober vonden in New York de verkiezingen plaats voor de Mensenrechtenraad. De Raad telt 47 leden. De geografische verdeling is hier: 13 zetels voor de Afrikaanse Staten, 13 voor de landen van Azië en de Pacific, 6 voor de Oost-Europese landen, 8 voor de landen van Latijns-Amerika en de Caraïben en 7 voor de Groep van West-Europese en andere Landen. Voor deze groepen waren er respectievelijk 5, 5, 2, 3 en 3 vacatures.
Voor de WEG waren er voor de drie vacatures vijf kandidaten, waarvan Zwitserland (176 stemmen), Duitsland (174) en België (172) werden verkozen. De andere kandidaten, Luxemburg en Zweden, kregen ieder een stem. België maakt voor een termijn van drie jaar deel uit van de Raad, met ingang van 1 januari 2016.
In september werd bekend dat de VN Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, António Guterres, zijn ambt neerlegt en zich niet engageert voor een nieuw mandaat. Guterres werd benoemd tot Hoge Commissaris in 2005. Hij is 66 jaar en was van 1995 tot 2002 premier van Portugal.
Er gaan geruchten dat hij kandidaat zou zijn voor de opvolging van Ban Ki-moon als Secretaris-generaal van de VN, wiens ambtstermijn afloopt op 31 december 2016. Maar er duiken nog andere namen op, zoals Helle Thoring-Schmidt, tot 2015 premier van Denemarken, en de huidige Directeur-generaal van UNESCO, de Bulgaarse Irina Bokova.
Op 13 november werd dan de Italiaanse diplomaat Filippo Grandi door de Secretaris-generaal benoemd tot hoofd van de Vluchtelingenorganisatie UNHCR. Grandi is geen onbekende op het gebied van vluchtelingenzaken bij de VN. Van 2010 tot 2014 was hij hoofd van de VN-organisatie UNRWA voor hulp en ontwikkeling van Palestijnse vluchtelingen. Aan het einde van de maand volgt Grandi António Guterres op als hoofd van de UNHCR. UNRWA heeft al laten weten blij te zijn nu de nieuwe Hoge Commissaris iemand is die van op het terrein met de bijzondere situatie van de Palestijnse vluchtelingen bekend is.
Grandi begon zijn VN loopbaan bij UNHCR al in 1988. Hij was actief in een aantal landen in het Midden-Oosten en in Afrika waar hij de leiding had bij verschillende VN-noodhulpoperaties. Van 1997 tot 2001 werkte hij bij UNHCR in Genève als Chief of Staff en later als Chief of Mission. In 2004 werd hij UNHCR Field Coordinator bij UNAMA, de UN Assistance Mission in Afghanistan. In 2005 vertrok hij naar UNRWA, eerst als Vicecommissaris-generaal en van 2010 tot 2014 als Commissaris-generaal. Grandi studeerde filosofie aan de universiteiten van Venetië en Milaan.
Volgens sommigen kan de benoeming worden gezien als een tegenslag voor de Deense premier Helle Thorning-Schmidt, die openlijk liet merken dat zij de positie wel zag zitten. VN-functionarissen hebben anoniem tegen persbureau Reuters gezegd dat Ban besloot Thorning-Schmidt niet te benoemen, omdat ze in Denemarken een strenger asielbeleid heeft ingevoerd.