Wereldbeeld 2016 / jg. 40 / nr. 177 / Internationale Organisaties
Menu
Artikel 7 van 9

Actualiteit - De benoeming van een nieuwe secretaris-generaal

Neri Sybesma-Knol

De aankondiging van Helen Clark (op 5 april, net terug van de Nucleaire Top in Washington waar ze ruimschoots de gelegenheid had om het terrein af te tasten) dat ze kandidaat is voor de functie van secretaris-generaal, bracht een nieuw en verrassend element in de lopende procedure voor de ‘UN Top Job’. Clark was negen jaar lang Eerste Minister van Nieuw-Zeeland, waarna ze aan het werk ging als Hoofd van UNDP, het VN-programma voor Ontwikkelingssamenwerking. De regering van Nieuw-Zeeland steunt officieel haar kandidatuur.

De procedure

Volgens het Handvest wordt de secretaris-generaal “benoemd door de Algemene Vergadering, op voordracht van de Veiligheidsraad” (art. 99). Daarbij spelen wel enkele principes een rol die al in 1946 werden neergelegd in een resolutie van de Algemene Vergadering:

  • Volgens de tekst van deze resolutie wordt er door de Raad één kandidaat voorgesteld;
  • De ambtstermijn is vastgesteld op vijf jaar, één maal hernieuwbaar;
  • De leden van de Veiligheidsraad overleggen achter de schermen over geschikte kandidaten. Daarbij spelen uiteraard de permanente leden, de P5, een leidende rol. Alleen met hun instemming kan er immers een kandidaat worden voorgesteld: hij/zij moet ‘hun vertrouwen genieten’. Zo had de toenmalige Sovjetunie problemen met de eerste secretaris-generaal (Trygve Lie moest in 1953 aftreden) en stelde de VS in 1996 haar veto tegen een tweede ambtstermijn voor Boutros Ghali;
  • In de praktijk is dan ook gebleken dat de leden van de Raad, en vooral de P5, liever geen té onafhankelijke, deskundige en gedreven kandidaat naar voren schuiven;
  • Anderzijds kan er dus ook geen sprake zijn van een kandidaat uit een van de P5;
  • Nog een principe (pas in 1996, na beroering in de Algemene Vergadering over het Amerikaanse veto tegen Boutros Ghali, neergelegd in AV Resolutie 51/241) is dat het ambt beurtelings toekomt aan een kandidaat uit de verschillende Regionale Groepen in de Algemene Vergadering. Zo kregen we, na de eerste secretarissen-generaal uit Scandinavië (Trygve Lie uit Noorwegen en Dag Hammarskjöld uit Zweden), Kurt Waldheim (Oostenrijk) uit de Groep van West-Europese en Andere Landen, U Thant (Burma) en Ban Ki-moon uit de Aziatische Groep, Javier Perez de Cuellar (Peru) uit Latijns Amerika en de Caraïben, en Boutros Boutros Ghali (Egypte) en Kofi Annan (Ghana) uit de Groep van Afrikaanse Landen. De enige Groep die tot nu toe niet aan de beurt was, is de Groep van Oost-Europese landen. Er wordt dus nu vooral uitgekeken naar een kandidaat uit Oost Europa.

De vraag om aanpassing van de procedure

De laatste jaren gingen er vanuit verschillende hoek ook stemmen op voor een grotere transparantie in de procedure. Dat gebeurde mede in het kader van de discussie over de hervorming, en indijking van de macht, van de Veiligheidsraad en van een opwaardering van de rol van de Algemene Vergadering. De Non-Aligned Movement (NAM), en een groep van States for Accountability, Coherence and Transparancy (ACT) speelden een belangrijke rol in de discussie, maar ook NGO’s als “1 for 7 billion” en de Campaign to Elect a Woman Secretary-General.

De basis voor deze nieuwe aanpak werd gevonden in dezelfde resolutie uit 1996 waarin naast het principe van “Identifying the best candidate for the post” wordt gesteld dat de Algemene Vergadering ten volle gebruik dient te maken van haar “power of appointment” en dat de Voorzitter “may consult with Member States to identity potential candidates… and, upon informing Member States of the results, may forward these results to the Security Council”.

De huidige Voorzitter van de Algemene Vergadering, Mogens Lykketoft, maakte van deze mogelijkheid dankbaar gebruik en vroeg in een brief van 15 december 2015, samen met de Voorzitter van de Veiligheidsraad, aan alle Lidstaten om kandidaten voor te stellen. Zo zou er een shortlist van kandidaten ontstaan die zich zouden voorstellen aan de Algemene Vergadering. Zij zouden een vision statement moeten indienen en in hoorzittingen hun programma verdedigen en op kritische vragen moeten antwoorden. De volgende Secretaris-Generaal zou immers een aantal uiterst belangrijke zaken op de agenda krijgen, zoals de implementatie van de besluiten van de Klimaatconferentie, het opvolgen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen, problemen rond migratie, de oorlogen in het Midden Oosten…Een aantal Lidstaten ging in op deze uitnodiging.

De kandidaten

Op dit ogenblik, half april, is er een lijstje van negen min of meer officiële kandidaten:

  • Antonio Guterres, de vroegere Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, op voorstel van de Portugese regering,
  • Danilo Türk, specialist Mensenrechten, gewezen President van Slovenië en van 1992-2000 Permanent Vertegenwoordiger van zijn land in New York (lid van de Veiligheidsraad) en Assistant Secretary-General; hij is voorgesteld door de regering van Slovenië,
  • Irina Bokova, Directeur-Generaal van UNESCO, op voorstel van de Bulgaarse regering. Zij voldoet alvast aan het criterium Oost-Europa. Bovendien is ze een vrouw, belangrijk met betrekking tot de vereiste van gender equality dat ook is neergelegd in resolutie 51/241 en voor velen een pre: eindelijk een vrouw aan het roer van de VN! Tussen haakjes: er waren tot nu toe drie vrouwelijke kandidaten voor het ambt: Lakashmi Pandit (India) in 1953, Gro Harlem Brundtlandt (Noorwegen) in 1991 en Veira Vikje Freiberga (..) in 2006. Ze haalden het niet, maar misschien is het nu het moment?

Anderzijds staat nog een aantal andere namen uit Oost Europa op de lijst: Natalia Snegur-Gherman (Moldavië), Vesna Pusic (Kroatië), Igor Luksic (Minister van Buitenlandse Zaken van Montenegro), Srgjan Kerim (gewezen Minister van Buitenlandse Zaken van Macedonië, in 2008-2009 Voorzitter van de Algemene Vergadering) en Vuk Jeremic (Minister van Buitenlandse Zaken van Servië, President van de Algemene Vergadering in 2012-2013). En nu dus ook Helen Clark. Op 12, 13 en 14 april kregen ze de kans om hun vision statement in de Algemene Vergadering te komen toelichten.

Het vervolg?

Misschien zal daar nu, na discussies en wederzijds aftasten van voorkeuren, een kandidaat duidelijk naar voren komen. In dat geval zou het voor de Veiligheidsraad moeilijk zijn die keuze naast zich neer te leggen. Maar in werkelijkheid zal het misschien eerder gaan om een lijstje van favorieten. En daarna blijft de situatie onzeker: het laatste woord is immers nog altijd aan de Veiligheidsraad en die is niet gebonden aan zo’n lijst. Bovendien, in het geval dat de Algemene Vergadering de keuze zou krijgen uit meerdere kandidaten: hoe moet de selectieprocedure dan verlopen? Daarvoor is immers niets geregeld: er is altijd uitgegaan van de voordracht van één kandidaat.

En dan bestaat er altijd nog de mogelijkheid dat de Raad zelf met nog een andere kandidaat naar voren komt. Verschillende namen doen nog de ronde: Michelle Bachelet (President van Chili), Dilma Rousseff (President van Brazilië), Federica Mogherini (Italië, EU Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlands en Veiligheidsbeleid)…En, waarom niet Angela Merkel, de huidige Duitse Bondskanselier?

In ieder geval zijn de verwachtingen hoog gespannen: de VN heeft in deze moeilijke tijden dringend behoefte aan gedreven, onafhankelijk en deskundig leiderschap.

__________________________

Noten

Lees ook meer over de jobinterviews voor de verkiezing van een nieuwe secretaris-generaal in de analyse van voorzitter Prof. Jan Wouters, verschenen in De Standaard op 14 april 2016.

Auteur

  • Neri Sybesma-Knol
    Neri Sybesma-Knol is Prof. Em. Internationaal Recht en voormalig directeur van Centre for United Nations law van de VUB. Ze is ere-voorzitter van de VVN.

Deel dit item

Druk artikel af