Opinie Voorzitter Prof. Jan Wouters: Peulvruchten en andere vergeten thema's

Opinie Voorzitter Prof. Jan Wouters: Peulvruchten en andere vergeten thema’s

In De Tijd van 09/01/2016 is een opiniestuk verschenen van VVN Voorzitter Prof. Jan Wouters en Sanderijn Duquet, over de inzet van peulvruchten tegen hongersnood.

2016 is uitgeroepen tot het Jaar van de Peulvruchten. De Verenigde Naties willen de voedingswaarde van onder meer linzen, bonen en kikkererwten en hun rol in de duurzame voedselproductie wereldwijd belichten.

Peulvruchten zijn een belangrijk thema. De consumptie bevordert de globale voedselzekerheid en gaat ‘verborgen honger’ tegen. De verbouwing is ook betekenisvol in de context van klimaatverandering en milieubescherming. Bovendien vormen peulvruchten de inzet voor onderhandelingen over de afbouw van handelsbelemmeringen ten gunste van ontwikkelingslanden.

Dat u niet wist welk verschil een kleine peulvrucht in een grote wereld kan maken, hoeft niet te verbazen. Een verkiezing tot ‘Jaar van’ weerspiegelt doorgaans een chronisch gebrek aan aandacht voor een onderwerp. Je zou peulvruchten als een metafoor kunnen zien voor de minder mediagenieke onderwerpen op de internationale agenda. Zonder afbreuk te willen doen aan terrorismedreiging, migratiestromen, klimaatwijziging, brexit en andere uitdagingen, blikken we daarom vooruit op enkele cruciale thema’s van 2016 die onderbelicht dreigen te blijven.

Om te beginnen komen er enkele belangrijke verjaardagen aan voor de mensenrechten. De twee fundamenteelste VN-verdragen op dat domein – het Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en het Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten – worden vijftig. Daarnaast bestaan het Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap en de VN-Mensenrechtenraad tien jaar. Stilstaan bij zulke symbolische data is waardevol, al was het maar om overheden te herinneren aan hun engagementen.

Dat geldt ook voor ons land. De hardnekkigheid waarmee sommige problemen blijven terugkeren in de aanbevelingen van de toezichthoudende verdragscomités, is schrijnend. De jongste rapporten onder elk van de drie hogergenoemde verdragen maken melding van structurele discriminaties op de Belgische arbeidsmarkt. Onafhankelijke experts hekelen de ongelijke positie van vrouwen (denk aan de loonkloof), de moeilijke toegang tot werk voor personen met een beperking of ziekte (fysiek en mentaal) of van niet-Belgische origine, en de hoge (jeugd)werkloosheid in kwetsbare groepen. Hopelijk inspireren hun opmerkingen onze politici om een inclusief beleid te voeren dat de toegang tot de arbeidsmarkt waarborgt, wars van discriminatie.

Ook in Afrika kijken mensen uit naar een vernieuwd momentum nu de Afrikaanse Unie 2016 heeft uitgeroepen tot het Jaar van de Mensenrechten. De aanleiding is de herdenking van de inwerkingtreding van het Afrikaans Handvest voor de Rechten van de Mens en de Volken (dertig jaar) en van de eerste sessie van het Afrikaans Hof voor de Rechten van de Mens en de Volken (tien jaar).

Veel reden voor feestgedruis is er niet. Slechts vanuit acht Afrikaanse landen kunnen burgers een zaak bij dat Hof aanhangig maken. Bijkomende protocollen uit 2008 en 2014 die het Hof een grotere slagkracht moesten geven en rechtsmacht om ernstige misdrijven te berechten, slepen waarschijnlijk ook dit jaar niet de benodigde 15 bekrachtigingen in de wacht. Daarnaast meldt Unicef – dat in 2016 zeventig jaar bestaat – dat één kind op twaalf in Sub-Sahara Afrika dit jaar zijn vijfde verjaardag niet zal halen. Nergens opereren in 2016 meer VN-vredesmachten – 9 van de 16 – dan op het Afrikaanse continent.

Om al die redenen is het uitkijken naar democratische processen. In niet minder dan twintig Afrikaanse landen, waaronder de Centraal-Afrikaanse Republiek, Uganda, Tsjaad, Congo-Brazzaville en Somalië, mogen burgers naar het stemhokje. Hoewel het om 400 miljoen mensen gaat, zullen die verkiezingen veel minder aandacht krijgen dan de Amerikaanse presidentsverkiezingen.

Democratie behelst uiteraard meer dan verkiezingen. Dit jaar kan de Colombiaanse bevolking zich in een referendum uitspreken over het vredesakkoord met de rebellenbeweging FARC. Die vorm van rechtstreekse burgerparticipatie staat in schril contrast met de verontrustende tendens in veel landen om de civiele maatschappij te muilkorven. Inbreuken tegen de vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging zijn legio in Rusland, Turkije, Thailand en Nigeria, en – vijf jaar Arabische lente ten spijt – in Algerije, Egypte en Saudi- Arabië.

Wereldwijd zetten overheden hun technologische capaciteiten in om de online controle op het middenveld te verscherpen en internetcommunicatie te beperken. Het tegengaan van die aantastingen van de democratische rechtsstaat wordt een van de grote uitdagingen.

Ten slotte nog dit: ondanks alle crisissen waren er vorig jaar enkele internationale hoeramomenten, zoals de aanvaarding van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen in september en het Klimaatakkoord van Parijs in december. Daarvan reële en duurzame successen maken is geen peulenschil. Overheden, civiele actoren en academici moeten ook dit jaar wijzen op minder vanzelfsprekende internationale thema’s en het publiek tonen dat niemand in dit werelddorp zijn eigen boontjes kan doppen. Steeds nauwer samenwerken is de boodschap.

Sanderijn Duquet en Jan Wouters Leuven Centre for Global Governance Studies KU Leuven en Vereniging voor de Verenigde Naties

Bron: De Tijd